Workshop theater

 

In de gymzaal kregen we een workshop theater. Het begon met een warming-up, we moesten ons lichaam een beetje losschudden en aaahh zeggen met onze handen op keel, buik en wangen. Nadat iedereen een beetje opgewarmd was moesten we in een cirkel gaan staan. Om de beurt moest iedereen een beweging maken die bij hem of haar paste. De meesten deden een sportbeweging of een instrumentbeweging. Daarna begonnen we eigenlijk pas echt met de workshop. De docent gaf een emotie, bijvoorbeeld blij. Degene die begon moest dan een beetje blij doen en degene daarna iets blijer en zo ging dat dan door totdat de laatste persoon uiteindelijk heel blij deed. Dit deden we een aantal keer bij verschillende emoties. Hierna moesten we door de zaal rondlopen en als de docent bijvoorbeeld vier riep moesten we allemaal “dood” neervallen op de grond. Of bij drie degene die het dichtst bij je stond groeten. En zo waren er ook nog andere dingen. Daarna moesten we groepjes maken en kreeg je een blaadje waar een heel kort gesprekje op stond. Elk groepje had hetzelfde gesprekje maar elk met een andere emotie erboven staan. Dit moesten we allemaal voor de groep doen en dan moest de groep raden welke emotie het was. Hierna moest iedereen in z’n eentje naar voren komen en dan de zin “ik wil kip” vier keer zeggen maar elke keer met een andere emotie. Boos, blij, verdrietig en bang. Als eindopdracht kreeg je met je groepje een blaadje met een gesprek erop staan en dat moest je dan samen voorbereiden. Dit toneelstukje moest je spelen voor de hele groep. Eerst gewoon normaal en daarna met een emotie die ter plekke door de groep werd bedacht.

 

Eerst had ik eigenlijk niet zoveel zin in deze workshop omdat ik er niet echt van hou om voor een groep te staan maar uiteindelijk vond ik het veel leuker dan verwacht en heb ik veel gelachen om de toneelstukjes van de anderen.

 

Sacha Koemans

 

 

Stedelijk museum, Jean Tinguely Machinespektakel

 

In het Stedelijk museum hebben we gekeken naar een tentoonstelling van Jean Tinguely. Een Zwitserse kunstenaar die bekend staat om zijn kunstwerken met beweging erin. Zijn installaties komen in beweging door middel van motoren die erin verwerkt zijn. Bijna al zijn machines waren nutteloos, wel wilde hij met zijn kunst iets overbrengen. Met zijn bewegende en constant veranderende machines wilde hij laten zien dat volgens zijn overtuiging het leven en de kunst bestaat uit continue verandering en beweging. Tinguely heeft ook vier keer gigantische explosies georganiseerd. Hij wilde iets creëren wat zo tijdelijk was dat het totaal niet in een museum kon belanden. Het was dus een soort kritiek op de kunstwereld

 

Tinguely heeft wel geprobeerd om abstracte schilderijen te maken maar volgens hem was het dan nooit af. Dit frustreerde hem en daarom besloot hij ook om kunstwerken van mensen van voor hem zoals Malevich en Miró in beweging te zette met een motortje of radar. Hierop volgden zijn vele andere machines.

 

Naast de vrolijke en speelse machines die Tinguely heeft gemaakt, zijn er ook heel wat machines met als thema’s agressie, zelfdestructie en de angst voor de dood.

 

Ik vond het een leuke en interessante tentoonstelling van Jean Tinguely. De bewegingen in de machines maakten het heel spectaculair en bijzonder. Wat ik ook leuk vond was dat het een tentoonstelling was die niet zo heel ééntonig was. Alle machines waren heel erg verschillend van elkaar. Er waren hele grote machines die veel geluid maakten maar ook kleine waar nauwelijks geluid uit kwam. Het leukste van Tinguely vond ik de Mengele–Totentanz. Het was een ruimte waar een aantal machines stonden met doodshoofden van verschillende dieren die door de machines bewogen. Er stonden lampen op de grond die voor schaduwen op de muren zorgden. Dit zag er best wel eng uit maar tegelijkertijd ook heel erg indrukwekkend.

 

 

 

 

Dream out loud Designing for tomorrow’s demands

                                 

Na de tentoonstelling van Tinguely hebben we ook nog een klein stukje gezien van de tentoonstelling Dream out loud Designing for tomorrow’s demands. Een tentoonstelling met als thema social design. In deze tentoonstelling stonden er dingen ontworpen door ontwerpers die op zoek zijn naar oplossingen voor de problemen in de wereld. Onze rondleidster liet ons een huisje zien wat geen water doorliet, stevig was en ook nog eens regenwater kon zuiveren tot drinkwater. Iets wat een goede oplossing kan zijn voor de landen die veel met overstromingen te maken hebben. Ook liet ze een iphone zien waarvan je zelf de onderdelen kan zien zodat je hem zelf kan repareren en tot slot een apparaat dat uit een flesje coca cola zuiver drinkwater kan filteren. Ook deze tentoonstelling vond ik heel interessant om te zien!

 

Sacha Koemans

 

 

Foam fotografiemuseum

 

Dinsdag 11 oktober zijn we in de ochtend naar Foam geweest, het is een fotografiemuseum waar we onder andere de tentoonstelling #safepassage van Ai Weiwei hebben gezien. Ai Weiwei fotografeert alles met zijn iPhone, hij gebruik dus geen professionele camera. De tentoonstelling gaat over het lot van het mens ten opzichte van het maatschappelijke systeem. Het bestond uit twee delen, in de eerste zaal waren allemaal korte stripverhaaltjes op de muren afgebeeld van zijn persoonlijke ervaringen in de tijd dat hij onderdrukt werd door het Chinese overheid. Ook stond er in het midden van de zaal een marmeren bewakingscamera dit symboliseerde de onderdrukking van het Chinese overheid. Het andere deel ging over de vluchtelingencrisis dat hij met eigen ogen heeft gezien. Hij heeft van zijn duizenden foto’s die hij van de vluchtelingencrisis heeft gemaakt behang laten maken, de muren waren daar mee bedekt. Ik vond het erg indrukwekkend om te zien en je kreeg ook een beter beeld hoe het is als vluchteling. Ook hier waren weer marmeren reddingsboeien in het midden van de zaal dit symboliseerde de vluchtelingencrisis.

 

Het was een realistische tentoonstelling omdat de foto’s echt de werkelijkheid weergaven.  Je zag ook dat veel foto’s snel waren genomen en dat er bijvoorbeeld niet op de achtergrond of compositie van de foto werd gelet.

 

Ook was er een tentoonstelling over de Dynastie Marubi honderd jaar Albanese studiofotografie. In de tentoonstelling waren familiefoto’s, schoolfoto’s, portretfoto’s, foto’s van nonnen en foto’s van soldaten te zien. Ook waren er een aantal glasnegatieven ik vond die er wel erg mooi uitzien. Deze tentoonstelling was denk ik figuratief, omdat sommige foto’s ook wel erg geposeerd waren en niet goed met de werkelijkheid te vergelijken waren.

 

Aan het eind hebben we ook nog remake foto’s gemaakt, ik vond het leuk en grappig om te doen. Sommige foto’s waren ook moeilijk na te maken, omdat er dieren op stonden of omdat de foto’s in een hele andere tijd waren gemaakt dan nu en de mensen er dus ook heel anders uitzagen qua uiterlijk.

 

        

Anna Kodde

 

 

Documentaire China blue

 

Donderdag ochtend gingen we kijken naar de documentaire China blue. Het is een Amerikaanse documentaire gemaakt door Micha Peled de documentaire duur 86 minuten en speelt zich af in china.

 

De documentaire gaat over een chinees meisje Jasmine van 16 dat van het platteland komt en in een textielfabriek werkt. Ze werkt in de fabriek als losse-draadjesknipper en ze woont samen met haar vriendinnen op het terrein van de fabrieb. Ze slaapt met twaalf andere meisjes op een kamer. Eten en de huur wordt op hun loon ingehouden. Ze werkt 7 dagen per weerk en soms wel 20 uur per dag. Ze verdient 5 cent per uur. Veel geld dat ze verdient stuurd ze op naar haar familie op het platteland. Sommige arbeiders zijn zo moe dat ze in de pauze in slaap vallen op een grote stapel spijkerbroeken. Als de chef hierachter komt kunnen ze een boete krijgen als je te langzaam werkt of protesteerd ook. Jasmine heeft een dagboek, daarin schrijft ze verhalen en over haar dagelijkse leven zoals het zware werk, het eten en dat ze haar ouders heel erg mist. De fabriek waarin Jasmine werkt is een van de betere fabrieken in china maar alsnog zijn de omstandigheden hier heel erg slecht.

 

Het was heel interessant om deze documentaire te zien. Wat mij het meest aansprak was dat een meisje van dezelfde leeftijd als ik 5 cent per uur verdient en ik 5 euro per uur dat is 100 keer zoveel. Dit is zo heftig en ook oneerlijk. Ik zou het niet erg vinden om meer geld te betalen voor een broek en dan zeker weten dat degene die mijn broek heeft gemaakt een normaal loon krijgt.

 

Stien van Boven

 

 

Workshop beatbox

 

Op maandagmiddag gingen we naar school, tegen ons was gezegd dat we een workshop songwriting kregen maar uiteindelijk bleek het een workshop beatbox te zijn. De workshop was op school in lokaal 8. De man die de workshop gaf ging eerst wat vertellen over de geschiedenis van beatbox. Beatbox is ontstaan in de buitenwijken van New York. De mensen in de buitenwijken hadden niet genoeg geld voor een drumstel dus daarom gebruikten ze hun mond. Beatbox is het vijfde element van hiphop, de andere vier zijn: rap, dj, breakdance en graffiti. Sommige mensen zijn het er niet mee eens dat beatbox en rap een eigen element hebben en vinden dat rap en beatbox in dezelfde categorie vallen. Ik zelf vind dat dit verschillende categorieën zijn omdat bij rap je woorden uitspreekt en iets over probeert te brengen met de woorden en beatbox is meer muziek maken met geluiden zonder echt een boodschap over te brengen in woorden.

 

Na de uitleg over de geschiedenis van de beatbox ging de man die de workshop gaf uitleggen hoe je daadwerkelijk een bepaald geluid krijgt. Hij leerde ons om woorden zoals pepperoni pizza zo uit te spreken dat het een beatbox geluid had. Dit deed je door de klinkers heel zacht uit te spreken maar de medeklinkers heel hard. De begeleider gaf nog een paar andere woorden die handig waren en we mochten een voor een oefenen in de microfoon. Daarna werden we ingedeeld in groepjes van 4/5 en moesten we elk een eigen woord uitzoeken en invoeren op de Boss RC-505 Loop Station vocal effect en uitspreken als hoe je beatboxt natuurlijk. Hierdoor kregen we hele leuke beats die we zelf hadden gemaakt.

 

Ik vond heel leuk om zelf een beat te maken alleen vond ik het wel jammer dat de uitleg over de geschiedenis best lang duurde en we daardoor ook minder tijd hadden om zelf te oefenen. Maar al met al vond ik het heel erg leuk om te doen en heel leuk dat ik er nu een beetje meer over te weten te komen.

 

Stien van Boven

 

 

Rijksmuseum Dutch design gouden eeuw

 

Op maandag ochtend naar het Rijksmuseum/ de Teekenschool gegaan. De collectie van het rijksmuseum is een vaste collectie. Wij gingen hier kijken naar de collectie Dutch design gouden eeuw. Maar we hebben ook nog even gekeken naar de Nachtwacht, de Nachtwacht had niks te maken met de opdracht maar het is altijd leuk om dit schilderij in het echt te zien als je in het Rijksmuseum bent. We gingen ook even kijken naar de bibliotheek. De begeleider heeft ook wat verteld over het museum zelf en de architectuur van het museum. Als museum bestaat het Rijksmuseum al meer dan 125 jaar. Het gebouw is ontworpen door architect Pierre Cuypers, het Rijksmuseum werd in 1885 voor het eerst gebruikt. Het rijksmuseum opende in 2014 weer na 10 jaar verbouwing. De architect moest zorgen dat het museum weer een geheel werd en weer in zijn oorspronkelijke uiterlijk kwam maar wel met moderne toevoegingen.

 

We gingen niet alleen kijken naar de collectie maar we kregen ook een opdracht. Voor de opdracht kregen we in tweetallen een object uit de Dutch design gouden eeuw collectie en een bepaalde doelgroep. We moesten dan voor die doelgroep een heel ander voorwerp maken. Dit deden we met behulp van de computer. Als eerst kregen we in de Teekenschool een paar voorbeelden te zien van Dutch design van nu. Daarna gingen we door het Rijksmuseum naar de collectie Dutch design gouden eeuw kijken. Zelf vond ik het heel interessant om te zien hoe de rijke mensen in de gouden eeuw door middel van hun interieur lieten zien dat ze heel erg rijk waren. Het meeste indruk van de collectie heeft het poppenhuis op mij gemaakt. Dat komt omdat ik het ten eerste heel erg mooi en indrukwekkend vind dat het zo gedetailleerd is en ten tweede toen de begeleider zei dat het poppenhuis meestal duurder was dan hun eigen huis was ik heel erg onder de indruk van hoe de mensen toen dachten. In mijn ogen ging het er dus toen alleen maar om hoe andere rijke mensen over je dachten en men wilde de mooiste en vooral duurste meubels hebben. Na de collectie gezien te hebben gingen we weer terug naar de Teekenschool. Daar gingen we werken aan de opdracht. Ik vind het zelf heel erg leuk om met computers te werken en ik vond het ook leuk dat je heel erg vrij was om zelf te ontwerpen wat je wilde.

 

De activiteit in het Rijksmuseum vond ik heel erg leuk. Ik vind vooral heel leuk dat we eerst het museum gingen bekijken en daarna zelf iets mochten ontwerpen wat met een bepaalde collectie te maken had. Ik denk dat de Teekenschool dit heel erg goed heeft aangepakt want een tiener vind het lastig om alleen maar te kijken, en op deze manier konden we zelf ook iets doen wat met het onderwerp te maken had. Het was een goed begin van de culturele week.

 

Stien van Boven

 

 

The Idol

 

Het verhaal speelt zich af in Gaza en Egypte. De hoofdpersonen waren armoedig gekleed, dit bepaalde samen met de locatie de sfeer van de film. De muziek had een opvallende rol in de film. Dit komt doordat de hele film gaat over muziek. Verder waren er niet echt speciale geluidseffecten in de film. Het verhaal werd verteld in een chronologische volgorde. De film begon met Mohammed Assaf als klein kind en eindigde met Mohammed Assaf als een jonge volwassene. De scenes die ik het best kan herinneren zijn de dood van zijn grote zus, dat hij zonder paspoort naar Egypte reist en dat hij meedoet aan Arab Idol. De cameravoering was gewoon goed en maakte de film hierdoor ook goed. Het genre wat bij de film past is een muzikale avonturenfilm.

 

De film gaat over Mohammed Assaf. Mohammed is erg goed in zingen en de hele film lang oefent hij ermee en treedt hij op bij bijvoorbeeld bruiloften. Hij besluit dat hij mee wil gaan doen met Arab Idol en is zo vastbesloten dat hij zonder paspoort naar Egypte gaat reizen. Dat is hem gelukt en hij doet mee aan Arab Idol. Uiteindelijk lukt het om het ondenkbare te doen, Arab Idol winnen! Het belangrijkste conflict in de film is de dood van zijn zus. De belangrijkste personages zijn Mohammed en zijn zus, zijn jeugdvrienden en zijn ‘zangleraar’ in Gaza. De relatie tussen Mohammed met iedereen is goed. Alle personages zijn gewone mensen omdat ze hetzelfde zijn als de rest van de mensen in Gaza. Ik heb het meest meegeleefd met Mohammed, omdat zijn zus overleden is en ik me niet voor kan stellen hoeveel verdriet je dan hebt.

 

Het doel van de film is informatie verstrekken over het leven in Gaza en over dat je je dromen na moet leven. De regisseur heeft Mohammed zijn stem gebruikt om de film boeiend te maken.

 

Milo Josephus Jitta

 

 

Paleis op de Dam

 

Het paleis op de Dam was oorspronkelijk gebouwd als stadhuis van Amsterdam. tot 1808 bleef het gebouw op de Dam het stadhuis, hierna werd het aangeboden aan Lodewijk Napoleon als paleis. Vijf jaar later werd het door Willem l weer teruggegeven als stadhuis aan Amsterdam. Het stadsbestuur zag het niet zitten en zo is sinds 1915, het paleis op de Dam het Koninklijke Paleis van het Nederlandse koningshuis. Wanneer de leden van het Koningshuis niet gebruik maken van het paleis, zowat het hele jaar, is het gebouw opengesteld voor tentoonstellingen. De ruimtes van de tentoonstelling zijn over het algemeen als kunstwerk van zichzelf. Het paleis bevat ruimtes waarin de tentoongestelde voorwerpen ondergeschikt zijn aan het geheel. Ook is er sprake van (oude)        woon- en/of werkruimtes, aangezien het paleis vroeger veel werd gebruikt als werkplek maar ook als woonplek. Het paleis wordt nu nog af en toe gebruikt als woon- en/of werkplek. In het paleis zijn de kamers tentoongesteld waar de leden van het Koningshuis komen wanneer zij in het paleis op de Dam zijn. Er zijn ook schilderijen, beelden en gebruiksvoorwerpen te zien in alle kamers en zo is het allemaal een groot geheel. Het is een paleis waarvan de kamers worden tentoongesteld met voorwerpen in deze kamers die ook worden tentoongesteld. Die voorwerpen in de kamers staan zonder veel tussenruimte opgesteld. De kamer is meer een totaalindruk dat je opdoet wanneer je erin loopt. De inrichters hebben bij het tentoonstellen gebruik gemaakt van kunstlicht. De lamp verlicht het voorwerp en/of de kamer. Wit, zwart, rood en goud zijn ongeveer de enige kleuren die mij opvielen toen ik in het paleis liep. Dus de inrichters hebben gebruik gemaakt van polychroom maar wel met een beperkt aantal. Als ruimtewerking hebben ze een opeenvolging van zalen gebruikt en er wordt gebruik gemaakt van afrasteringen. Op die manier worden de voorwerpen beschermd tegen beschadiging. De inrichting van de zalen is min of meer gelijkwaardig. Het zijn gewoon allemaal kamers en er is niet echt een kamer die het belangrijkste is. De richting waarin je door de zalen loopt is niet logisch want je wordt niet gedwongen een bepaalde route te lopen en je kan daarom ook zelf kiezen naar welke kamers je gaat.

 

De tentoonstelling gaat over de woon- en werkplek van de koning en de leden van het Koningshuis. De titel zegt iets over de tentoonstelling, aangezien het ‘Het paleis op de Dam’ aangeeft dat het gaat over een paleis dat op de Dam staat. De inrichters willen informatie geven over een bepaalde plek, namelijk de woon- en werkplek van onze koning. Het heeft te maken met het feit dat het de koning is en dat je op deze manier informatie krijgt daarover. Het is niet duidelijk aan welke ordening de presentatie ligt, want het is een tentoonstelling dat anders is dan andere tentoonstellingen. Je kan informatie krijgen over het tentoongestelde door middel van een gids of een audiotour. Wat niet verplicht is, want je kan ook zelfstandig rondlopen. De manier waarop de informatie is gegeven is begrijpelijk en niet storend, want er is sprake van duidelijke uitleg en daarom stoor ik mij er niet aan.

Het doel van de opstelling is het genieten van het tentoongestelde zonder verdere bijbedoelingen. Ook is het doel om de bezoekers van het paleis, een beeld te geven over het leven van de koning.  

 

 

Milo Josephus Jitta

 

 

Architectuurroute

 

Woensdag 12 oktober hadden we in de middag een architectuurroute in Amsterdam Zuid. We moesten door een aantal straten fietsen, waar we gebouwen tegenkwamen die in de Amsterdamse School Stijl, Art Deco of Jugendstil zijn gebouwd.

 

Amsterdamse School, omdat je duidelijk baksteenarchitectuur  ziet met versieringen in strakke lijnen. Het raam lijkt mij een Art Deco versiering evenals de tegels boven het raam en sommige details.

Amsterdamse School, door de strakke lijnen en de geometrische motieven. Bij dit gebouw hebben we geen versieringen gezien die wijzen op Art Deco of jugendstil.

 

 

Hacquartstraat 

 

 

Amsterdamse School, door de duidelijke baksteenarchitectuur; volgens mij zijn de ramen meer Art Deco waarbij de beelden ook meer Art Deco zijn dan jugendstil, omdat ze geen vloeiende lijnen vertonen.

 

 

Hacquartstraat 

 

 

 

 

Amsterdamse School, omdat je hier ziet dat er vrijwel alleen gebruik is gemaakt van baksteenversiering. De hele gevel is opgebouwd uit geometrische motieven. Ook het glas en lood zijn allemaal vierkanten en rechthoeken. Ik zie niet veel Art Deco of jugendstil kenmerken.

 

 

 

 

 Jacob Obrechtstraat

Dit pand heeft volgens mij kenmerken van Jugendstil, het tegeltableau en de hekwerken zijn opgebouwd uit vloeiende lijnen. De dakgoot vind ik ook erg mooi door de details opgebouwd uit bakstenen.

 

 

 Jacob Obrecht straat

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het tweede pand van rechts is volgens mij Amsterdamse School, maar met invloeden van de Engelse cottage stijl. Hierbij wordt veel hout gebruikt.

 

 

 Van Eeghenstraat

 

 

 

 

 

 

 

Een pand met Art Deco invloeden, te zien aan het glas en lood. De begroeiing vind ik echter Jugendstil, vanwege de sierlijke en golvende lijnen.

 

 

Jacob Obrechtstraat 

 

 

 

 

 

 

Art Deco, door de ornamenten van de natuurstenenbouwonderdelen.

 

 

Jacob Obrechtstraat 

 

 

 

 

 

 

 

Anna Kodde